قَلْبِي و قَلْبُكَ مُشْـتَبِكْ
هَمِّي وَ هَمُّكَ مُشْـتَرَكْ
Mijn hart en jouw hart zijn verweven,
Mijn zorg en jouw zorg zijn gedeeld.
نَظَرُ النَّبِيِّ يَحُفُّـنَـــا
وَ يَعُمُّنَــا مِنْهُ الدَّرَكْ
De blik van de Profeet omringt ons,
En van hem verkrijgen wij bescherming.
قَـدْ صَـادَنَــا عَطْفُ الرَّسُـولْ
وَ قَدْ وَقَـعْـنَــا فِي الشَّــرَكْ
De compassie van de Boodschapper heeft ons gevangen,
En wij zijn in het net gevallen.
وَ لَـقَدْ دَعَــاكَ وَ قَـدْ كَسَاكْ
وَ قَــدْ حَـبَـاكَ وَ جَـمَّـلَكْ
Waarlijk, hij riep je, kleedde je,
Hij schonk je en sierde je.
هَذَا الإِمَـامُ العَارِفُ الْـــ
مَشْهُورُ شَـيْخُكَ أَهَّلَكْ
Dit is de geleerde Imam,
Jouw beroemde Sheikh heeft je verwelkomd.
قَـدْ كُنْتَ عَوْنَاً لِلْحَبِيـــــبْ
فأَبْشِرَنْ فالْعَونُ لَكْ
Je bent een steun voor de geliefde geweest,
Dus verheug je, want steun is voor jou.
فَـاقْـدِمْ ولَا تَـعْـبَـأْ بِـمَـنْ
قَــدْ حَـارَ فِيكَ وَحَاكَ لَكْ
Ga vooruit en let niet op degenen
Die door jou verward zijn en tegen je samenzweren.
حَالُ ابْنِ عَمِّ المُصْطَفَى
مَوْلَايَ جَعْفَرَ سَرْبَلَكْ
De staat van de neef van de Profeet,
Mijn meester Ja'far heeft je bekleed.
وابشِرْ فَإنَّ الخَيْرَ كُلْ
الْـخَـيْرِ فِي الدَّارَيْنِ لَكْ
En verheug je, want alle goedheid,
Alle goedheid in beide werelden is voor jou.